Deze week maakte ik iets heel bijzonders mee. Ik ging op stap in Antwerpen en Borgerhout met een oude man die ik een aantal maanden geleden op een beurs ontmoet had. Ik noem hem hier Merlijn, maar dat is niet zijn echte naam. Hij had iets mystieks, iets oud middeleeuws, iets magisch. Op het eerste zicht leek hij mij uit het Midden-Oosten te komen, alsof hij kwam aangewaaid met het zand uit de woestijn. Lang gewaad, baard, houten staf en tovenaarshoed. En een opvallend kruis om zijn nek wat mij deed denken aan een tempelierskruis. Hij leek uit een andere tijd te komen. Hij zette zich comfortabel op de stoel tegenover mijn standje, en begon verhalen te vertellen. De verhalen die hij vertelde raakten mij, en het voelde alsof er een oude wijsheid in mezelf tot leven kwam. Ik wíst die dingen, en doordat hij erover vertelde kwamen ze tot leven. Ik ben al een hele tijd erg geboeid door het herstellen van het mannelijke en vrouwelijke evenwicht, het verhaal van koning Arthur en de ridders van de Ronde Tafel, the knight’s code, de heilige graal,enz. en net daarover hebben we die dag urenlang uitgewisseld.
Deze week ging ik met hem op stap in Antwerpen en Borgerhout, want hij zou mij een aantal mystieke plaatsen rond de Heilige Graal laten zien. We ontmoetten elkaar in het station, en ik trof hem aan in vol ornaat: gewaad, staf,…enz. Hij trakteerde mij eerst op koffie, en zei me dat ik de allerlekkerste moest nemen. Uiteindelijk nam ik gewoon een latte, want ik ben geen fan van al die speciale koffies. Hij nam er een met alles erop en eraan, en lepelde de slagroom met karamel met smaak op. “Ik zie er misschien uit als een oude man, maar vanbinnen ben ik ook nog een klein jongetje”, gniffelde hij. Er hing vanalles in zijn baard, maar daar zei ik maar niks van. Ik was geboeid door zijn verhaal, en de manier waarop deze man in de wereld stond. Krachtig, maar zichtbaar ook gehavend door het leven dat hij geleid had. Dat merkte ik op naarmate het gesprek vorderde.
Ondanks de enorme wijsheid die deze man had, voelde ik ook een oordeel naar de wereld, een kwaadheid en verbittering. Daardoor was er ook weinig openheid voor aanvulling of toevoeging aan het verhaal. Ik merkte zaken op - zoals ik soms opmerk… - en dan moet ik ze vertellen. Dat doe ik nog niet zo lang, maar tegenwoordig spreek ik gewoon uit wat ik waarneem. Ik zag deze man in de Donkere Middeleeuwen, in gelijkaardige klederdracht, enorm geletterd en wijs als hij is, ver voor op zijn tijd, en dus in die tijd onbegrepen. Een leven waarin zijn bestaan in gevaar was door wat hij wist en verkondigde. Een leven in isolatie, waarin hij misbegrepen, en daardoor opgejaagd en uitgespuwd werd. Een leven waarin het leven enorm hard was, en hij dat dus ook moest zijn. In dat leven had hij nooit de erkenning voor zijn verhaal gekregen en was hij gestorven in eenzaamheid, verharding en verbittering. Als een menselijke tijdscapsule die op het juiste moment tot leven zou komen. Een portaal, een fossiel, een oud gesteente dat met de juiste sleutel geopend zou worden. Hoeder en drager van oude wijsheid.
Ik vertelde hem dit verhaal rustig en uitgebreid, en hij luisterde. Hij bleek er niet van gediend en werd kwaad. Ik voelde de oude, diepe pijn die tot leven kwam. Ik liet het gebeuren. Vervolgens gingen we op pad, arm in arm, want de man was wat ziek en niet goed te been. Ik merkte op hoe krachtig en tegelijk ook dwars hij was door de manier waarop hij de straten doorkruiste, met zijn houten staf. Rode lichten en zebrapaden deden er niet toe, hij had voorrang. Ik volgde en verontschuldigde me tegenover de andere weggebruikers voor deze “oude man”. “Jij hebt duidelijk nog nooit op straat geleefd”, zei hij. Het moet een bijzonder aanzicht zijn geweest, Merlijn, en ik, in mijn roze bloemetjesoutfit. We doorkruisten zo de straten van Borgerhout, met om de zoveel tijd een rustpauze, waarin hij zich parmantig op de stoep neerzette, en ik me ernaast zette. Onderweg had hij een zak mandarijnen gekocht, en daar aten we dan van. Vervolgens hielp ik hem weer recht en vervolgden we onze tocht.
Na mijn verhaal van eerder zei hij nog weinig. Ik dacht maar dat het door de vermoeidheid kwam, en volgde hem aan de arm. We waren onderweg naar een mystieke plek die hij me zou laten zien, maar daar kwamen we nooit aan. Hij werd geïrriteerd en snapte niet hoe het kwam dat hij de plek niet kon vinden, hij was er al zo vaak geweest. Ik snapte het wel. Het ging niet om de plek, maar om het gesprek dat we eerder gevoerd hadden. Ik merkte de isolatie en verbittering op in de manier waarop ik met hem door de straten liep. Het viel me op hoeveel mensen hem veroordelend aankeken omdat hij er “anders” uitzag. Jammer dat weinig mensen hem vanuit verwondering en nieuwsgierigheid konden aankijken. Dat raakte mij. Ook hij keek de mensen niet aan, maar keek eerder naar de grond. Het leek wel een wisselwerking. Hij streed duidelijk voor zijn plek, en alles moest wijken. Daar zat de pijn, het schild, de verharding. Ik had hem verteld dat dat net de sleutel voor hem was. Dat de hardheid die hij in de donkere middeleeuwen ervaren had, nu losgelaten mocht worden en plaats mocht maken voor zachtheid en openheid, in de eerste plaats voor zichzelf. Dat er in deze tijd wel ruimte was voor zijn verhaal. Dankbaar dat hij de wijsheid al die tijd gedragen had voor de tijd waarin het terug vrij mocht komen. Hij nam het mij kwalijk dat ik dat gezegd had. Dat was oké voor mij, want ik wist dat de zachtheid op het juiste moment toch wel zijn intrede zou doen.
Op een bepaald moment was het voor hem genoeg geweest, ging hij een lokaal winkeltje binnen, en ging daar languit op de grond liggen, geïsoleerd van alles rondom hem. “Ik verzet geen voet meer,” zei hij. Ik heb een 45tal minuten bij hem gestaan, de situatie aan de eigenares uitgelegd en gewacht tot een aantal vrienden van hem hem kwamen ophalen. Hij vroeg of ik meeging, maar voor mij was het voor die dag wel genoeg geweest, en ik ging weer huiswaarts. De hele situatie was voor mij zo surreëel dat ik alles even moest laten bezinken.
Ik had veel verwacht, maar zo had ik het me niet voorgesteld. Het was enorm leerrijk voor mij op verschillende vlakken. Van een andere wereld, magisch, oud. Iemand kan nog zoveel wijsheid hebben, als hij zijn hart afgesloten heeft van de wereld, dan zal die wijsheid nooit werkelijk vrucht kunnen dragen. Ballast uit het verleden kan zorgen voor veel onnodige belemmering, maar zolang er geen besef is van die ballast blijf je gebukt gaan onder ervaringen uit het (soms verre) verleden. Dat was een duidelijke spiegel voor mij, want ik herkende me in de ervaring van deze man, en ik kon me erg goed verbinden met wat hij in een ver verleden ervaren had. Pijn die zich onbewust en onnodig doortrok in zijn huidige leven, en die hem belemmerde om zijn leven vol en vreugdevol te leven. Want hoe zwaarder de ballast, hoe minder ademruimte en levensvreugde. Deze man zat ondanks zijn wijsheid volledig vast in zijn hoofd, en ook daar leer ik een dankbare les uit. Het hoofd kent enkel wat het kent en ook ik mag de controle nog een groot stuk leren loslaten. Ik voelde hoe kwaadheid en verbittering deze man verzwaarden en ook dat was een rechtstreekse uitnodiging om alles wat mij nog verzwaart los te laten, want ik belemmer er alleen mezelf mee. Het verleden accepteren om nu vol te kunnen leven. Met een open hart en een vrije geest.
Het was al bij al een leerrijke dag voor mij, niet ondanks, maar juist dankzij de vele onverwachte wendingen en omwentelingen. Want is dat niet juist hoe het leven gaat als we de controle loslaten? Het was zoals hij aan het begin van onze tocht over zijn houten staf vertelde. Die was niet recht, maar zat vol met kronkels. “Zoals het leven”, zei hij. Hoe bijzonder dat ik deze man op mijn weg mocht ontmoeten, als een oude bekende. Een oud verhaal dat tot leven mocht komen. Wellicht ontmoet ik Merlijn weer als ik deze lessen een plekje gegeven heb, en als hij en ook ik meer zachtheid naar onszelf en ook de wereld hebben kunnen toelaten. Want alles werkt als een spiegel: so within, so without. To be continued...
Liefs,
Sanne
Art: unknown
Comments